Frankrijk

 

Deze reis naar Frankrijk was een tocht van grote getallen. We zijn twee maanden van huis geweest dus de gevaren afstand kon daardoor groter zijn. Totaal hebben we ca 2050 km gevaren.

Dan het aantal sluizen waarin we naar boven of beneden geschut zijn; dat waren er totaal 453. 

Verder zijn we 13 keer door een tunnel gevaren waarvan de kortsten ongeveer 50 (Verdun en Koeurs) en de langste 4820 meter was. De grootste hoogte die we met de boot bereikt hebben was ruim 360 m. (boven de zeespiegel?)

Op onderstaande kaart is de gevaren route vanaf Luik (België) met een stippellijn gemarkeerd en met pijlen is de heen en terugreis aangegeven. 

 

Een uitgebreide fotoreportage is hier te zien.

 

17-5  Op maandagmorgen 8 uur vertrek ik uit Hoogeveen. Het is de bedoeling dat ik zaterdagmorgen in de jachthaven van Beez, bij Namen (B) ben dus ik wil opschieten. Als ik bij de Ossesluis ben moet ik een half uur wachten en later bij de Spooldersluis bij Zwolle is er ook een half uurtje oponthoud, voor ik naar de IJssel kan schutten. Eten doe ik tijdens het varen, maar om 18.30, als ik bij Wijhe ben, is er een bui en schiet ik de haven in voor een uitsmijter en een paar (thuis) gebraden en in bier gegaarde drumsticks (tapas). Er staat vandaag een frisse wind uit het noordwesten en er zijn Hollandse wolkenluchten. Na drie kwartier is het droog, het eten op en ga ik verder stroomopwaarts. Om 22.15 ga ik voor anker op de Veenoord; een plas net voorbij Deventer.

  

18-5  Ik ben vroeg wakker en vertrek om 6.30, maar zit gelijk aan de grond bij de uitgang naar de IJssel. Op de kaart heb ik aangetekend dat het aan de noordkant ondiep is maar die ondiepte loopt nog een eind door in de plas. Gelukkig heb ik de vaarboom meegenomen, anders had ik in zwembroek overboord gemoeten om de boot weer los te duwen. Die vaarboom heb ik later ook nog verschillende keren plezier van gehad, hij is zelfs gebruikt om een waslijn hoog te houden. Als de boot weer vlot is vaar ik de IJssel op en dan begint gelijk het kribbetje varen weer. (Citaat van debinnenvaart.nl: KRIBBETJE VAREN: bij het stroomopwaarts varen, zoveel mogelijk tussen de kribben in varen, om zodoende minder last van de tegenstroom te hebben of zelfs van de neer te kunnen profiteren.)  Mijn kruissnelheid is niet zo hoog en als ik een beetje op wil schieten moet ik het daar van hebben. Om 12.45 ga ik voor anker op een plas bij Giesbeek om te eten. Het is ongeveer hetzelfde weer als gisteren, een beetje meer zon maar toch maar 15 graden. Na het eten verder en via het Pannerdens kanaal en de Waal kom ik - na geschut te zijn in sluis Weurt - op het Maas-Waalkanaal. Daar is het rustig en breed en heb ik de mogelijkheid, - dankzij de stuurautomaat - om een warme hap in elkaar te draaien van witte bonen in tomatensaus(zonder tomatensaus), met ui, paprika en salami. Wijntje erbij en met een volle maag kan ik om 21.30 voor anker gaan achter een eilandje op de Mokerplas. Dat was (weer) een lange dag maar ik ben wel lekker opgeschoten.

 

19-5  Vanaf nu is het relaxter varen. IJssel en Waal heb ik gehad en de Maas is een stuk rustiger met nauwelijks tegenstroom. Ik zal vanaf nu ook wat minder lange dagen maken. Ik vertrek vandaag dan ook om 7.30 en na 4 uur ga ik voor anker op het Leukermeer. De dieseltank moet bijgevuld worden en daar gaat inmiddels 1,5 jerrycan in. Dat is een tank van 40 liter en ik heb niks geen meters aan boord, (behalve een duimstok van twee meter Knipogen) dus ik kan niet zien hoeveel diesel er nog in de tank zit. Omdat ik niet onverwacht met een lege tank en zonder diesel wil komen te zitten heb ik als reseve 3 jerrycans van ruim 20 liter gevuld met diesel bij mij. Dat is samen met de tank van 40 liter ruim 100 liter diesel en daar kom ik een heel eind mee. Na een paarhonderd kilometer varen vul ik de tank bij en wanneer mogelijk worden de jerrycans weer gevuld. Nadat ik daar ook op mijn gemak gegeten heb, ga ik verder. Om 16.15 meer ik aan in Blerick. De passantenhaven is daar vlak bij een winkelcentrum, dus kan ik daar even een paar boodschappen doen, onder andere, karbonade voor het diner van vanavond. Na een half uur ga ik verder en ga om 19.15 voor anker op een zandafgraving voorbij Kessel. Vandaag was het zonnig, fris en winderig maar inmiddels wel 20 graden.

 

20-5  Om 7.30 haal ik het anker op en na twee uur varen word ik - samen met een duwbakcombinatie - omhoog geschut in sluis Heel.  

In de sluis bij Maasbracht word ik vlot geschut maar als ik bij sluis Born ben moet ik een poos wachten. Om 17.00 uur ben ik Maastricht gepasseerd en ga ik voor anker op een plas bij Eijsden. Ik lig hier zowat letterlijk op de grens van Nederland en België. Als ik 200 meter naar het zuidwesten vaar ben ik in het buitenland. Het was vandaag een stralende dag met wel een straffe wind maar de temperatuur stijgt; het was vanmiddag 22 graden.

 

21-5  Om 7.45 haal ik het anker op, - nadat ik eerst honderden dooie eendagsvliegjes van de boot heb gespoeld - vaar naar sluis Lanaye, en leg de boot vast op de  "middenbolder" tot ik groen licht krijg. Ik heb niet door dat de grote sluis op dat moment al leeg loopt en ga even naar de wc. Ik merk ineens dat de boot helemaal scheef ligt. Het blijkt dat hij aan de bolder hangt. Tijdens het leeglopen van de sluis was het water ongeveer 20 cm gestegen en dat is nu weer gezakt. Gelukkig had ik het touw een aantal keren om de bolder gedraaid en toen vastgezet zodat ik het weer makkelijk los kan maken. Om 8.45 ben ik door de sluis  en zo'n 15 meter omhoog geschut. Dan komt er eerst 17 km Albertkanaal en daarna kom ik weer op de Maas, vlak voor Luik. Luik is mooi om door te varen, ook voor vierde keer, met af en toe mooie bruggen maar daarna begint de industrie. Om 16.15 heb ik inmiddels al weer twee sluizen gehad en vaar ik langs Huy.

                      

Om 18.00 uur meer ik aan bij Andenne. Dat bleek achteraf een onrustige aanlegplaats. Volgens mijn gegevens stopten de sluizen om 19.30, maar het leek er op of ze door gingen tot 21.00 uur. Om 20.40 kwam er nog een schip met veel geweld langs, die waarschijnlijk nog door de sluis wou en lag ik te stuiteren tegen de kant.

 

22-5  Om 6.30 vertrek ik en een kwartier later lig ik voor de sluis. Wat ze aan het doen zijn en waar ze op wachtten weet ik niet maar het duurt een hele tijd voordat ik alleen geschut word. Om 7.30 ben ik door de sluis. De industrie langs de Maas is geleidelijk steeds minder geworden en heeft plaats gemaakt voor prachtige natuur waar ik met mijn bootje door vaar. Om 9.00 uur meer ik aan in de haven van Beez 

Martha(vrouw) en Twan(hond) zullen met de auto naar Beez rijden en daar aan boord komen en omdat het een warme en zonnige dag zal worden zullen ze vroeg vertrekken en aankomen, zodat vooral Twan zo weinig mogelijk last heeft van de warmte. De vrouwelijke havenmeester komt al gauw aanlopen om te vertellen dat ik mij moet melden en vraagt hoe lang ik blijf liggen en ik probeer in mijn beste Frans te vertellen dat ik dat nog moet overleggen en het dus nog niet weet. Op dat moment gaat de telefoon; Martha, die zegt dat de "tom-tom" niet goed werkt en dan blijkt de accu van mijn telefoon ook nog leeg te zijn, dus paniek. Maar uiteindelijk is alles goed gekomen en staan ze vrij snel daarna bij de haven. Vandaag blijven we lekker relaxt hier liggen, kan Twan even wennen. Voor de auto is het mooi geregeld dat die hier bij de haven kan blijven staan. De Waalse havenmeester(es) woont samen met haar man, (een Nederlands en Frans sprekende Vlaming) op een boot in de haven en zal een oogje in het zeil houden, ze vragen zelfs om ons telefoonnummer voor het geval er wat aan de hand is.

 

23-5  Gisteren hadden we vanaf de boot uitzicht op mensen die de rotsen aan het beklimmen waren aan de andere kant van de weg en de spoorbaan. Als ik 's morgens met Twan ga wandelen wil ik die rotswanden wel eens van dichtbij bekijken dus steek ik de weg en - via een viaduct - de spoorbaan over. Er staan borden van de alpinistenvereniging met adviezen en wat je wel en niet moet doen. Zoals ik al vermoede zijn er in de rotswand allemaal stalen ogen gemaakt waar de klimmers hun touwen aan vast kunnen haken. Er is in het bos een aantal wandelroutes uitgezet en we volgen één route een eindje. Door een soort vallei in een prachtig bos beklimmen we geleidelijk de heuvel. Nadat we we boven gekomen zijn gaan we dezelfde weg maar weer terug. Nadat we terug zijn bij de boot, gooi ik eerst even de watertank vol en daarna vertrekken we. Het is dan 9.30. Eerst krijgen we nog een grote sluis, dan Namen en daarna worden de sluizen kleiner en wordt het minder druk op het water. We worden overal vlot geschut en na totaal 8 sluizen meren we aan in Anseremme, een paar kilometer voorbij Dinant.  

                           

Het is vandaag zonnig en warm (26 graden) en we zijn blij dat we in de schaduw van de bomen kunnen liggen. Waar we liggen blijkt eigenlijk de plek van een vaste ligplaatshouder te zijn maar omdat we de volgende dag verder gaan mogen we blijven liggen.

 

24-5  Ik ga 's morgens al vroeg met Twan wandelen, er hangt nog een nevel boven de Maas.

We lopen een eind langs de de Lesse en volgen die een eind. Het is mooi hier maar we moeten dezelfde weg ongeveer weer terug. Als we bij de boot terug zijn krijgt Twan eten en daarna vertrekken we. Het is nog 15 km en twee sluizen tot aan de Franse grens. Op de eerste sluis in Frankrijk koop ik twee vaarvignetten; voor totaal twee maanden. Achteraf blijkt dat ik niet goed heb opgelet. Ik had beter een vignet voor 1 jaar kunnen kopen, dat was nog een beetje goedkoper geweest ook. (de perioden waarvoor je een vaarvignet kunt kopen is anders dit jaar)  Hier krijgen we ook de afstandbediening voor de sluizen. Na nog een paar sluizen en de tunnel van Ham (565 m) meren we om 16.45 aan in Haybes. Het is dan 28 graden.

 

25- 5  Afgelopen nacht werd ik wakker en hoorde ik Twan onrustig door de boot lopen. Ineens hoor ik water stromen en dat kan maar een ding betekenen; Twan piest. Als hij klaar is hoor ik het nog wat nalekken en daaruit maak ik op dat hij op het houten rooster in de wc/wasruimte gepiest heeft. Ik wil me daar midden in de nacht niet druk om maken. Het loopt wel onder het rooster en ik wil Twan niet laten merken dat ik iets gemerkt heb, anders moet ik nog actie ondernemen ook en daar heb ik geen zin in. De volgende morgen heb ik het rooster maar een poos aan een touw in de Maas laten drijven, zijn kleedje heb ik uitgespoeld in de Maas en de hele vloer gesopt met water met een fris schoonmaakmiddel. Later heeft hij dit soort "ongelukjes" niet weer gehad en wat de oorzaak is geweest is me een raadsel.

Om 8.30 vertrekken we en na 4 sluizen en het tunneltje (224 m) van Revin meren we om 12.00 uur aan bij Revin. Het ligt er behoorlijk vol maar er is nog een mooie plek en als we aangemeerd zijn gaat Martha even een paar boodschappen doen. De supermarkt vlak bij de haven is echter dicht, maar ze krijgt nog wel stokbrood bij een bakker. Hier eten we en wordt Twan even uitgelaten. (tijdens het varen gaat hij af en toe bij een sluis ook even op de kant) Om 13.15 gaan we verder en na ruim 3 uur zijn we bij Monthermè, daar meren we aan bij een picnicplaats. Er is daar een aanlegplaats voor 1 boot. 

                       

Hier kunnen we in de schaduw van de bomen aan de picnictafel zitten. Het is 25 graden. 'S avonds ga ik op de fiets vast even op onderzoek uit om te kijken waar een bakker zit voor een vers stokbroodje morgenvroeg. 

 

26-5  In de nacht hadden we veel regen met af en toe onweer, maar 's morgens kan ik droog naar de bakker. Die zit net over de brug in het dorp en na het eten en een wandeling met Twan vertrekken we om 8.30. 'S morgens hebben we eerst buien maar later word het beter bij een temperatuur van 21 graden. Verschillende sluizen werkten niet goed maar om 14.15 kunnen we toch aanmeren in Lumes. 

Hier is een lange aanlegsteiger(ponton) bij een sportveld en Lumes op een kilometer afstand. In voorgaande jaren heb ik hier vaak alleen gelegen, maar nu ligt er ook een Nederlands schip aan het andere eind van de steiger.

 

27-5  'S morgens, voor we vertrekken tank ik eerst even water en om 10 uur vertrekken we. Vandaag is het bewolkt en 15 graden. Bij Pont à Bar gaan we het Ardennenkanaal op. Daar krijgen we na een paar sluizen de tunnel van St, Aignan (197 m) en om 14.30 meren we aan bij La Cassine.

 

                      

Twee jaar terug heb ik hier met veel plezier en prachtig weer een paar dagen gelegen, maar ze hebben net de hele plek overhoop gehaald, nieuw gras ingezaaid en na al die regen blijft de klei allemaal aan je schoenen en laarzen plakken en wordt het een bende op de boot. De hond uit de sluiswachterswoning die toen direct kwam kijken zien we nu alleen in de verte bij het huis. Ik heb het idee dat hij inmiddels behoorlijk bejaard is. Later op de middag komen er nog twee boten bij liggen.

 

28-5  In la Cassine is geen bakker en 's morgens ga ik eerst op de fiets naar Vendresse, een plaatsje een paar kilometer verderop voor stokbrood en neem meteen voor de buren ook wat mee. Om 9.00 uur gooien we de trossen los en na een kleine twee uur meren we in la Chesne aan voor boodschappen. Er is daar een kleine supermarkt vlak bij de aanlegplaats. Na een half uur gaan we verder. We krijgen nu een "sluizentrap" van totaal 26 sluizen, vlak na elkaar. Tot nog toe gingen we steeds omhoog maar nu gaan we naar beneden, bergaf. Ook als het niet zo extreem is heet stroomafwaarts dalvaart en stroomopwaarts bergvaart. Om 17.00 uur hebben we de sluizentrap achter ons

 en een half uur later meren we aan bij sluis 5, vlak voor Attigny. 

                        

Hier werken de sluizen niet meer met de afstandsbediening maar moet je een slang die een eind voor de sluis boven het water hangt

  

een kwartslag draaien en dan werkt het verder net als met de afstandsbediening. Ik kon het niet laten om een foto van dit prachtige huis in Attigny te maken. Het is het soort huis wat je in sprookjes of in "de Soete Suikerbol" zag.

                 

 

29-5  Om 9.45 vertrekken we en meren een kwartier later aan in Attigny. Martha doet even boodschappen en ik haal diesel (2 jerrycans) aan de pomp bij de supermarkt, nog geen 200 m van de aanlegplaats. Het is vandaag mooi weer. Na ruim een uur gaan we verder en meren om 14.45 aan in Rethel. Ook daar wordt even een boodschap gedaan en gaan we na een uur verder. Onderweg hebben we nog een niet werkende sluis maar na een uur zijn we daar door en om 18.00 uur meren we aan bij Château-Porcien. Inmiddels is het bewolkt en regenachtig geworden.

 

30-5  Om 9 uur vertrekken we. Het is geen mooie dag; bewolkt, koud en buiig. Om 12.30 meren we ergens aan om te eten en gaan daarna verder. We komen tegen 3 uur aan bij het "Canal de l'Aisne à la Marne". Varend op dit kanaal kom je door Reims. Ruim een uur later meren we aan boven sluis 4.

 

31- 5  We vertrekken om 8.15 en meren om 9.00 uur aan bij Loivre om te kijken of daar een bakker is. Dat is niet het geval dus varen we verder en na ruim een uur meren we aan bij Courcy en daar is gelukkig wel een bakker. Het is vanmorgen lekker weer en zonnig. Als ik terug ben van de bakker drinken we daar ook even koffie en nemen er meteen een vers stukje stokbrood bij. Na 3 kwartier gaan we verder en meren om 13.00 uur aan in de haven van Reims. Ik wil graag de Kathedraal bekijken en Martha wil even een boodschap doen. Na een kleine 2 uur varen we verder en om 18.30 meren we aan boven sluis 15. In de loop van de middag is het bewolkt en koud geworden.   

                         

 

1-6  Vandaag vertrekken we om 8.30 en na 1 sluis komen we bij de tunnel "Billy-le-Grand" (2302 m). Die is gelukkig verlicht.

                      

Als er een tunnel is, is dat vaak het hoogste punt in het kanaal. Dat is ook nu het geval, dus vanaf nu schutten we weer naar beneden, 8 sluizen naar "Canal Latéral à la Marne". Die laatste sluizen geven steeds wat problemen; ik zou er te snel invaren volgens iemand van de vnf. Maar we hebben de tijd en het is aangenaam weer. Om 14.30 meren we aan bij Recy, inmiddels op het Canal Latéral à la Marne en vijf km voor Chalons-en-Champagne. 

 

2-6 Om 10.00 uur steken we van wal en meren een uur later aan bij  Chalons-en-Champagne.

 

Hier horen we dat het Canal entre Champagne et Bourgogne tot en met 6 juni gestremd is, dus we kunnen eerst niet verder dan Vitry-le-Francois. Ik had dit kunnen weten want ik heb een overzicht van de stremmingen in Frankrijk bij mij en daar staat hij op. We kunnen dus rustig aan doen maar ondanks dat het een mooie plaats met een prachtig park is willen we hier niet blijven liggen. Te druk voor Twan en wij liggen ook liever meer in de natuur dus gaan we om 14.30 verder en meren later aan tussen km 23 en 24. Het is een heerlijk rustige plek en het is heerlijk weer, 25 graden.                     

                       

Martha gaat per fiets op onderzoek uit naar winkels 

           

en 1,5 km verderop, in Saint- Germain- la-ville blijkt een bakker te zijn.

 

3-6  'S morgens eerst brood halen, eten en met Twan wandelen en daarna lekker van het mooie weer genieten, want het is een prachtige zonnige dag. We hebben vandaag echter toch nog wat meer nodig dan alleen brood en daarom vertrekken we om 15.45 en meren een uur later aan bij Pogny want daar is een supermarkt. Je ligt daar aan een lelijke kade dus na de boodschappen varen we verder en een half uur later meren we aan beneden sluis 6, want we zijn te laat om daar nog door te kunnen.

 

 

4-6  Om 8 uur kunnen we verder en zijn 1 km verder gaan liggen, bij Chaussée-sur-Marne.

                          

Daar is een mooie aanlegplaats met schaduw van bomen. Het is zonnig en warm, 26 graden. In de loop van de dag "verhuizen" we naar de andere kant van het kanaal omdat daar schaduw is en 's avonds gaan we weer terug. 

De Marne stroomt steeds vlak naast het kanaal, en is hier niet bevaarbaar. 

Dit is een manier van hergebruik die we bij de sluizen ook wel zagen; oude stukken spoorrail die als bolder gebruikt worden. 

                           

 

5-6  Ook hier is de bakker vlakbij. We genieten van het mooie weer en de mooie ligplaats, maar om 13.00 uur vertrekken we en gaan richting Vitry-le Francois. Onderweg bij sluis 1, vlak voor Vitry zien we een mooie ligplaats maar we varen toch door om te kijken hoe het er verderop uitziet. Via een aquaduct varen we over de Marne.

 

We varen door tot de eerste sluis op het gestremde kanaal maar er is nergens een plek waar we willen liggen, ook niet in de haven van Vitry-le Francois. Daar ligt het behoorlijk vol en dus varen we terug, weer door sluis 1 en meren daar aan, aan een oude kade. 

                         

 

6-6  'S morgens ga ik eerst op de fiets naar Vitry-le-Francois voor brood en na het eten ga ik met Twan lopen. Het is mooi weer en zo gauw de zon schijnt komen de hagedisjes te voorschijn.

                         

Het begint zo lekker te worden dat ik een duik in het water neem. Later op de dag krijgen we wel een paar buien.

 

7-6  Om 9.45 gaan de trossen los en drie kwartier later meren we aan in de haven van Vitry-le Francois. Martha wil boodschappen doen, met name mineraalwater en met een winkelwagen vol flessen water komt ze bij de haven. We bergen de voorraad op in de boot en daarna breng ik de winkelwagen weer terug, tank nog even water en om 12.15 gaan we verder. Bij de volgende sluis krijgen we een afstandsbediening (de vorige hebben we ergens weer in moeten leveren) en deze ziet er wat anders uit als wat ik gewend was.

 

Je hebt een knopje voor de bergvaart dus als je omhoog moet schutten, een knop voor de dalvaart, een knop voor in de sluis om de sluis in werking te stellen en een alarmknop. Wat er gebeurd wanneer je daar op drukt heb ik niet geprobeerd. Om 15.45 meren we aan bij Orconte. Het was een mooie dag, 25 graden.

 

8-6  Om 8.45 vertrekken we, het is bewolkt maar droog. Om 12.15 meren we aan voor Saint-Dizier in een vervallen haventje, het regent en de rest van de dag blijft het regenachtig. Hier eten we, gaan daarna verder en meren aan bij het centrum van Saint-Dizier. We gaan de stad in om even wat kaartjes te kopen en als ze geschreven zijn doe ik ze op de post. Om 15.00 uur gaan we verder en nadat we de eerste ophaalbrug in Frankrijk (de spoorbrug op de voorgrond staat al open en de volgende brug kunnen we zo onderdoor)  

                        

gepasseerd zijn meren we 1,5 uur later aan bij Chamouilley.

Later meert er nog een jacht aan. Volgens mij Nieuw Zeelanders (of Australiërs, die vlaggen lijken erg op elkaar). Je ziet ze hier geregeld, ook in voorgaande jaren en soms staat er ook New Sealand achterop. Ik heb het idee dat die hier een jacht kopen, een poos door Europa varen en daarna word hij waarschijnlijk weer verkocht. Voorgaande jaren waren het vaak heel grote jachten maar nu zie je ze met van alles en nog wat varen, zoals Nederlandse platbodems.

Onderweg zien we een heleboel van dit soort vaste bruggen.

     

In de staalconstructie zijn de openingen met boogjes van metselwerk dichtgemaakt en daar ligt het wegdek overheen. 

                         

 

 

9-6  Het is vandaag beter weer dan gisteren. Om 9.00 uur vertrekken we en meren om 11.00 aan bij Bayard. Na de sluis  bij Bayard is er mogelijkheid om aan te meren en terwijl we daar mee bezig zijn zien we de ophaalbrug, 50 m verder al voor ons open gaan. De brug blijkt automatisch in combinatie met de sluis te werken en wanneer je door de brug vaart word je gedetecteerd, dus varen we maar gauw door, anders blijft de brug misschien wel open staan. 200 m na de brug gaan we tegen de kant liggen. Het is een heel klein gat maar volgens de waterkaart moet er een kruidenier zijn. Er blijkt zelfs een klein winkelcentrum te zijn, met een supermarkt en ook een benzinepomp. Ik ga eerst naar de pomp om mijn dieselvoorraad bij te vullen, de jerrycans achter op de fiets. Als ik daar mee klaar ben is het 12.00 uur en is de supermarkt dicht. Daarom gaan we      

                           

maar verder en meren om 16.00 uur aan bij Joinville.

                           

Ik ontdek daar niet ver van de aanlegplaats een Lidl, Martha haar favoriete winkel. Martha er heen en Twan en ik mee, want ik mag de volle winkelwagen naar de boot duwen en weer terugbrengen. 

Als we 's avonds de stad inlopen rijdt vlak voor ons een man zo tegen de muur van een winkel aan met zijn auto. Ik hoor alleen de klap en weet niet wat er gebeurd is maar Martha zag de auto van de straat afschieten. Als we er bij komen komt er rook uit de auto maar dat blijkt van de airbags te zijn en er is inmiddels iemand bij gekomen die de man uit de auto trekt. Of dat verstandig is, is de vraag, maar mijn Frans en kennis van eerste hulp is zodanig dat we weinig aan hulp kunnen bijdragen, dus lopen we maar gauw door.

 

10-6  'S morgens ben ik eerst naar de Lidl gegaan voor brood en heb meteen een fles pastis meegenomen. De temperatuur is er goed genoeg voor en we zijn tenslotte in Frankrijk, niet waar. Eerst tank ik water (voor in de pastis) en om 9.00 uur vertrekken we. Het is vandaag bewolkt met wel een lekkere temperatuur en af en toe wat lichte regen. Na Joinville worden de sluizen met de hand bedient en wordt elke morgen gevraagd tot hoe ver we willen varen en 's middags hoe vroeg we 's morgens willen vertrekken. Vandaag meren we om 15.30 aan beneden sluis 34 bij Vouécourt. Twan vind het heerlijk als ik hem af en toe fietsend uit laat, dan kan hij even lekker rennen. 

                       

Later als ik de fiets weer opberg in de boot, schop ik het zadel dat op de steiger ligt per ongeluk in het water. De kanalen zijn in Frankrijk gelukkig overal ondiep langs de kant maar hier blijk ik niet eens te kunnen staan. Ik wil niet graag de rest van de reis zonder zadel/fiets doen en heb dus mijn zwembroek maar aangedaan en ben het water ingegaan. Gelukkig voel ik hem met mijn voeten en krijg hem er weer uit.

Langs de Franse rivieren zijn nog diverse wasplaatsen uit de 19e eeuw, zoals ook hier in Vouécourt, van heel eenvoudig en klein tot heel mooi en relatief groot. Als ik er een zag heb ik er een foto van gemaakt, met deze als eerste.

                         

De kerk aan de andere kant van de Marne.    

                       

 

11-6  Na 300 m zijn we al bij de eerste sluis en daar moeten we wachten voor sluisbediening, en in de sluis is het weer wachten. Er moet nog een boot mee. Dat blijkt een Engelsman te zijn met een catamaran die kennelijk op weg is naar de Middellandse zee. In de tentjes op zijn boot slaapt hij en heeft hij zijn spullen.

                         

Om 11.30 meren we aan bij Bologne beneden sluis 30. We liggen daar bij een paar grote silo's en willen in Bologne boodschappen en daarna eten.  De sluiswachter doet wat moeilijk dat we willen blijven liggen, want hij wil ons met de catamaran mee hebben. Maar wij zeggen dat we eerst boodschappen willen doen en dan om 13.00 uur verder. Als we terugkomen van de winkel worden we aangesproken door zijn chef en die vraagt ook wanneer we weer verder willen. Het blijkt dat hij een schrift heeft met de namen van alle boten, die op het gedeelte varen waar hij over gaat en waar ze zich bevinden, of willen gaan liggen. Als we na het eten om 12.45 de sluis in varen blijkt daar de Engelsman met zijn catamaran ook nog steeds te liggen. Ze hebben hem daar gewoon laten liggen tot wij ook kwamen en we voelen ons wel wat schuldig maar wij kunnen er ook niets aan doen. Als we brood moeten hebben moet dat kunnen en later hebben we ons ook niet zo veel meer van de sluiswachters aangetrokken. We zagen wel waar we uitkwamen en als we een goede plek zagen om te gaan liggen deden we dat.  Na 8 km gaan we door de tunnel van Condés, (308 m) een tunnel die zo breed is dat je elkaar in de tunnel kunt passeren. Om 17.45 meren we aan bij Chaumont.

 

Toen ik autobanden zag als beschoeiing van het kanaal kwam ik op het idee om de verschillende soorten beschoeiing of het ontbreken er van in diverse stadia van verval te fotograferen. De big bags gevuld met zand, die op het Ardennenkanaal veel gebruikt worden als er weer een gat in de kanaaloever geslagen is, zijn daar nog niet bij.

                        

Soms zijn ze te laat en worden de gaten erg groot zoals hier te zien is.

 

12-6  We vertrekken om 8 uur en om 11.30 meren we aan bij Foulain om brood te kopen en te eten. Om 13.00 uur gaan we verder. Het kanaal slingert zich af en toe met grote bochten door het mooie landschap. 

Gisteren en vandaag zijn mooie dagen met vrij veel zon en een temperatuur van 25 graden. Om 16.00 uur meren we aan bij Rolampont. Op de borden bij de aanlegplaatsen is goed aangegeven wat voor voorzieningen er zijn en tevens zijn afstanden en het aantal sluizen naar de volgende en de vorige aanlegplaats aangegeven met de daar aanwezige voorzieningen. Na Foulain hebben we dus 15 km en 7 sluizen gehad.

                    

Later op de middag komt er een stel aan die met hun twee kinderen en een ezel op vakantie zijn.   

De ezel wordt afgeladen en aan een touw  op een grasveldje gezet en daarna zetten ze hun tent op. 

                         

 

13-6  We hebben afgesproken met de sluiswachter om om 9 uur te vertrekken, maar vlak voor 9 uur komt er een geladen spits langs. Ik overleg met de Engelsman dat we misschien beter een uurtje later kunnen vertrekken omdat we anders steeds achter die spits blijven hangen. Een geladen spits vaart maar een paar km per uur en je kan er niet voorbij komen. Ik overleg dat ook met de sluiswachter, dus om 10.00 uur varen we de sluis in. De deuren worden steeds opengedraaid door de meerijdende sluiswachter en de Engelsman die steeds voor in de sluis aan een trapje vastmaakt. 

                               

We willen aanmeren bij Langres maar niet in de haven. Van de vnf hebben we wat informatie over het kanaal gekregen en daar staat op dat 1 km voorbij sluis 2 mogelijkheid is om aan te meren. Op een bepaald moment denken we te zien waar dat is maar de meerijdende sluiswachter vertelt dat het verderop is. Hij is heel behulpzaam, stopt bij de volgende brug, loopt de brug over en begint aan de kant het kniehoge gras wat plat te stampen en zowaar er komen een paar stalen palen tevoorschijn waar je de boot aan af kunt meren. Hij pakt de touwen aan en we meren aan, maar het blijkt daar te ondiep om tegen de kant te kunnen liggen. We drinken eerst maar eens een kop thee maar na een kwartier varen we terug naar de plek die we eerst zagen, en aan een paar meerpennen liggen we hier eerste klas.

                          

'S middags wandelen we naar de stad. Dat is een hele tippel en het is ook nog bergop want  Langres ligt op een heuvel, maar het is mooi weer met gelukkig een fris windje. De wandeling is de moeite waard want het is een prachtige stad, met een geweldig uitzicht over de omgeving. Het plateau van Langres is een hoogvlakte waar 4 rivieren ontspringen en in de verte zien we de meren waarmee de kanalen gevoed worden. 

                            

Een treintje waar je vroeger mee de heuvel op en af kon.

                           

 

  

14-6  Na nog even een blik op Langres in de morgenzon 

                                      

Vertrekken we om 9.00 uur, en na een paar kilometer en 1 sluis komen we bij de tunnel van Balesmes

Bij de sluis krijgen we een informatiefoldertje

 met allerlei instructies, zoals; 'controleer of u een reddingboot aan boord hebt' en meer geruststellende informatie. Ik heb het gecontroleerd; die reddingboot, maar we hadden er geen.

                         

De tocht verloopt voorspoedig. Ik heb geen moment het gevoel dat we in gevaar zijn en de reddingboot nodig hebben. (door de hele tunnel loopt trouwens een pad langs het kanaal) Als we over de helft zijn zie ik ineens een lichtje achter ons; een boot. Die moet met een rotgang gevaren hebben, want wij zijn alleen door de sluis gekomen en de tunnel ingevaren. Je mag maar 4 km/uur in de tunnel en ik ga al sneller. Als we de tunnel uitkomen staat er dit bord; het schijnt dat je precies onder de kerk van Balesmes (50m) doorvaart. 

                        

De tunnel is ook deze keer het hoogste punt, dus vanaf nu zitten we weer in de "dalvaart". Na de tunnel krijg je een sluizentrap van 12 sluizen en bij de eerste sluis blijken er twee boten achter ons te zitten, een Belg met een groot jacht en een Nederlander. Met zijn drieën gaan we in de sluis; het past net. Een wat gestreste vrouwelijke sluiswachter komt de afstandsbediening brengen voor het gedeelte voor ons met een heel verhaal erbij waar ik weinig van begrijp. De vrouw van de Belgische boot achter ons spreekt Frans en vertaalt; 'we moeten bij de laatste sluis op het kanaal de afstandsbediening in een bakske doen'. De sluizentrap doen we met zijn drieën maar bij sluis 12 meren wij aan op een mooie plek. 

Dat is bij Piépape, daar is een bakker met ook een beetje kruidenierswaren, dus hier liggen we goed.

                             

15-6  We beginnen de dag rustig, eerst stokbrood halen en eten, met Twan wandelen en  Martha gaat nog even naar de winkel voor een boodschapje, maar om 10.00 vertrekken we. Een paar keer hebben we een sluis die het niet doet, maar uiteindelijk meren we om 17.15 aan boven sluis 29. Het was vandaag een frisse dag met wel een aangename temperatuur en 's morgens eerst een beetje regen. Als Martha Twan uitlaat ziet ze bij de sluis een soort friettent waar ook gegrilde kip schijnt te zijn, of dat misschien wat is voor vanavond. Ik  loop er eens heen maar het schijnt gesloten te zijn. Als ik weer terug loop komt er een man uit de sluiswachterswoning en die vraagt wat ik wil. Als ik wat hebben wil gaan ze open zegt hij. Op een bord staat dat ze hele en kwart kippen hebben met patat. Ik vraag om twee porties patat en een kwart kip. (Martha eet geen vlees) Dat moet hij eerst aan zijn vrouw vragen zegt hij. Die kip lukt niet maar er is wel steak. Met zijn handen geeft hij aan hoe groot en dat blijkt een flinke te zijn. Ik heb mijn twijfels maar bestel toch maar. Ik kan het om kwart voor zeven ophalen. Het blijkt slappe patat te zijn en de steak is half gaar, maar Twan vind hem heerlijk.

 

16-6  Voor brood moet ik naar Fontaine Francaise, ongeveer 3 km op de fiets met een paar pittige klimmetjes, maar je moet wat over hebben voor een vers stokbroodje. Het is jammer dat ik mijn fototoestel niet bij me heb want onderweg staat een heel oude wasgelegenheid. Uiteindelijk kunnen we om 9.30 vertrekken en om 13.00 uur meren we aan bij sluis 38 om te eten. Na een half uur gaan we verder. Het is vandaag bewolkt en fris.

 

                          

Vroeger moest er kennelijk contant afgerekend worden als je over het kanaal voer. Ons lieten ze gaan.

                       

Sluis 43, de laatste sluis op het kanaal (die met het bakske) geeft problemen. We roepen iemand op van de vnf, als die er is bedient hij de sluis en neemt ook onze afstandsbediening aan. Er staat een kast waar het ding in een soort brievenbus moet en kennelijk geef je daar dan ook het nummer van de afstandsbediening en de naam van je boot door, in dit geval doet die man dat. Nu komen we eerst op een kort stukje kanaal dat langs de Saône loopt; Dérivation d'Heuiley en daar meren we om 17.15 aan in het wild. Het regent! We zitten nu op het zuidelijkste punt van onze reis, vanaf hier gaat het weer naar het noorden. 

 

17- 6  'S morgens vroeg plenst het, maar Twan moet toch uitgelaten worden. Als het even wat droger is doe ik dat ook. Je loopt daar over een soort dijk met bomen en het is er een vieze natte bende door al die regen. We liggen hier niet echt lekker, daarom vertrekken we om  8.45 in de regen. Na een paar kilometer komen we op de (petit) Saône. Bij km 260 is een aanlegplaats en daar meren we aan. Het wordt zowaar droog en het zal later nog een mooie dag worden met aangename temperaturen. Ik laat Twan nog maar een keer uit, we drinken daar koffie, en na drie kwartier gaan we verder met kapitein Twan op de uitkijk, maar als hij ziet dat het allemaal goed gaat, verslapt zijn aandacht.

                    

Ik vaar hier met een touw om de helmstok zodat ik alleen af en toe even moet corrigeren.

Om 12.30 meren we aan bij Mantoche; een mooie aanlegplaats en een mooie plaats.

                         

                        

 

18-6  Je kunt hier voor twee euro water krijgen bij een automaat maar die schijnt niet te werken, dus vertrekken we om 9.45 zonder water en meren een uur later aan bij Gray waar we gratis water kunnen tanken. Je moet hier weer aan een slang boven het water draaien om de sluizen te bedienen en kennelijk zijn er ook mensen die dat doen als ze de sluis uitkomen, gezien het bord.

Om 17.15 meren we aan bij Ray sur Saône. Er zijn een paar kleine steigertjes aan een groot grasveld waar je kunt aanmeren bij deze prachtige plaats. 

                            

'S avonds maken we een wandeling naar het kasteel. Het is een hele klim maar vandaar heb je dan ook een prachtig uitzicht op de omgeving.

                         

                          

 

19-6  'S morgens ga ik eerst met Twan wandelen want je kunt pas om 8.00 uur brood halen bij de slager!!!! We vertrekken om kwart voor elf, het is geen mooie dag; 's morgens eerst regen, daarna grijs met af en toe regen, maar aan het eind van de middag klaart het wat op. Op dit gedeelte van de Saône worden steeds grote bochten in de rivier afgesneden door stukken kanaal, waar dan meteen het hoogteverschil overwonnen wordt door een sluis. 

Om 16.45 meren we aan bij Port sur Saône. Er is daar ook een haven maar wij gaan aan een kade liggen. We liggen daar eigenlijk wel goed maar ik ga toch kijken of we verderop niet wat meer in de natuur kunnen liggen, maar dat zit er niet in.

 

20-6  We vertrekken om 9.30, het is koud, (15 graden) bewolkt en  winderig. Tegen twaalf uur meren we aan om te eten en om Twan even uit te laten. Na een klein uur gaan we verder.

                        

Omstreeks 16.00 uur komen we aan op het Vogezenkanaal of in het Frans; Canal des Vosges. Daar krijgen we bij de eerste sluis een afstandsbediening, en na de volgende sluis, ongeveer twee kilometer verder meren we aan. 

 

Het is inmiddels 20 graden geworden. Ik kan net zo'n beetje tegen de kant liggen. De kanalen zijn zo vervallen en dichtgeslibd dat ik met mijn diepgang van 85 cm (en dat is dan de kiel, ruim 1 meter uit de beschoeiing) vaak niet aan kan meren, ik lig nu dan ook met de kiel op de grond. Hier kun je zien hoeveel last de spitsen daar vaak van hebben.   

Hier een foto van de damwand; op de waterlijn zowat helemaal weggeroest en dat zie je op veel meer plaatsen. 

                          

 

21-6  Om 9.15 vertrekken we en om 12.00 uur meren we aan boven sluis 39.

Daar gaan we eten en kunnen we water tanken. We besluiten om er te blijven liggen, want het is een mooie plek en 3 km terug in Selles is een bakker met ook wat kruidenierswaren dus we kunnen eten.

In Selles zijn een aantal kleine, eenvoudige wasplaatsen

                           

                     

en bij Pont-du-Bois, waar wij liggen is een gietijzeren waar bloemen ingezet zijn.

 

Door al die wasplaatsen krijgt Martha het op haar heupen en die begint ook te wassen. Er is een waterkraan bij de aanlegplaats, het is mooi drogend weer, dus ik span een lijntje van de mast op de boot naar een bord op de kant, de vaarboom onder de lijn om de drogende was hoog te houden en wassen maar. De andere dag blijven we er ook liggen want er is heel wat te wassen en we liggen daar heerlijk.

Zo heb ik tijd om een foto te maken van een spits in de sluis en kun je zien hoe strak zo'n schip er in past. Ik fiets daar heel wat af, 2 keer voor brood naar Selles, nog een keer om foto's te maken en een paar keer fietsen met Twan.

 

23- 6  Als we 's morgens willen vertrekken blijkt de accu leeg te zijn, (ik heb maar 1 accu op de boot) maar ik ben er op voorbereid want daarvoor heb ik een booster bij me. Booster aangesloten, starten en hij loopt meteen. Om 8.45 vertrekken we. Bij een heleboel sluizen is het om de sluis wat opgeleukt, vaak met bloemen, maar iedereen doet het op zijn eigen manier.  

                             

Twan wil graag zitten, vaak zit hij ook op de kuipbank, en hij wil ook wel eens bij mij in het stoeltje gaan zitten als ik aan het roer zit.

                          

Twee uur later meren we aan bij Fontenoy-le-Chateau.

Martha wil brood en kaartjes kopen, het brood lukt niet, de kaartjes wel. Na een klein uur gaan we verder om een half uur later aan te meren boven sluis 33, ook hier kunnen we niet goed tegen de kant liggen omdat het te ondiep is. We eten hier en gaan daarna verder. Op een relatief korte afstand kom ik nu diverse manieren van afwerking van de kanaaloever tegen. 

                                  

                            

                                 

Aan het eind van de middag kijken we uit naar een geschikte ligplaats, maar we "stranden" uiteindelijk om 19.00 uur tussen sluis 11 en 10. Omdat we hier vanwege ondiepte niet goed aan de kant kunnen liggen ga ik dwars voor de sluis liggen. 

                            

Zo kan Twan tenminste van boord. Martha vind het maar niks, ze is bang dat de sluis gaat werken. De omgeving is hier trouwens prachtig. 

 

 

                       

24-6  Om 7.00 uur zie ik aan de lichten dat de sluizen weer werken en een half uur later vertrekken we en meren om 8 uur aan bij een picknickplaats tussen sluis 8 en 9, een mooie aanlegplaats. De volgende sluizen worden bediend door meerijdende sluiswachters (studenten) en daar moeten we even op wachten. Om 9.30 kunnen we verder. Twee uur later meren we aan boven sluis 2 bij Girancourt aan een lange kade met bolders. Daar is een supermarkt en Martha gaat boodschappen doen terwijl ik Twan uitlaat. We eten daar ook en gaan om 13.00 uur verder. Nog één sluis en dan komen we op het hoogste punt van onze reis; 360,57 meter en daarna komt een sluizentrap van 14, eigenlijk 15 sluizen maar de laatste gaan we niet door want wij gaan na 14 sluizen rechtsaf naar Epinal.

In de sluizentrap slaat de motor zowat af in één van de sluizen bij het uitvaren. Daarna loopt hij weer goed, maar de snelheid is er uit naar mijn gevoel. Er zit wat in de schroef. Ik heb er op deze reis al vaker planten uit gehaald en een keer een plastic tas, maar deze keer blijkt het een eind touw te zijn.

Het weer is zodanig dat ik al in zwembroek liep en in de volgende sluis ga ik overboord en ben daar een hele tijd bezig (onder anderen met een mes) om het uit de schroef te krijgen. Als er een sluiswachter aankomt met de mededeling dat er een peniche (spits) aankomt stop ik eerst en varen we de sluis uit. Om 18.00 uur meren we aan in Epinal. Dat is een stad met een prachtig park vlak bij de haven aan de overkant van de Moezel (de Moezel loopt langs Epinal en na de sluizentrap loopt het kanaal langs de Moezel)  

                               

en een prachtig gebouw, een bibliotheek met daarbij een rozentuin, hier van een afstand aan de overkant van de Moezel.

 

25-6  Martha wil 's morgens eerst even de rozentuin bekijken, en ik blijf met Twan aan boord. Er is genoeg te zien, een grote groep kinderen verjaagt een paar vissers die op een ponton waar je kunt aanmeren staan te vissen. (iets wat wij later op deze reis ook een keer zullen doen, dat verjagen dan) Ze zijn onder begeleiding aan het kajakken en komen met hun kajaks van de Moezel, over de weg, dan een trap af naar dat ponton en dan het kanaal weer in. Wij vertrekken om 10.15. We moeten eerst weer terug varen naar de sluizentrap (bij Epinal kun je ook niet verder met de boot) en komen dan net als op de heenweg, via een aquaduct over de Moezel.

                         

Als we al een eind op weg zijn worden we ingehaald door een auto van de vnf die op de weg naast het kanaal rijdt. Hij vraagt aan ons of wij gebeld hebben, maar wij hebben hen niet gebeld. Als we bij sluis 24 komen merken we wie wel gebeld heeft. Er ligt een vrij groot Nederlands schip voor de sluis. De sluis doet het niet en heeft dubbel rood. Wij vragen wat er aan de hand is. Hij vertelt dat de sluis niet werkt. Hij had 1,5 uur geleden al gebeld dat sluis 24 het niet deed. 24 is niet zo moeilijk zei hij, dat is quatre vingt. We vertellen hem dat dat 80 is ( er is helemaal geen sluis 80 op het kanaal) en wanneer hij daarna opnieuw gebeld heeft is er snel iemand om de sluis te bedienen. Het is zonnig en warm en als wij direct na sluis 24 een kade zien in de schaduw van bomen bedenken we ons geen moment en meren we aan. Het is niet zo'n mooie aanlegplaats (voor Twan wel) maar wel lekker koel. Later zie ik dat een paar honderd meter verder een mooie aanlegplaats voor jachten is maar daar lig je wel in de zon dus we blijven mooi liggen. We liggen hier bij Nomexy en ik ga maar eens op onderzoek uit. Er blijkt een bakker te zijn en ook een supermarkt met een onbemand tankstation, dus ik ga 's avonds de voorraad diesel even aanvullen, eerst de tank vol en dan met een jerrycan achter op de fiets naar de pomp. Ik moet 3 keer heen en weer en dan is alles weer vol. (Thuis zie ik dat naast het gepinde bedrag ook 3 keer 70 euro van mijn rekening is afgeschreven die later wel weer netjes is teruggestort.) 

 

26-6  Martha doet eerst even boodschappen in de supermarkt en om 9.30 vertrekken we, het begint al weer warm te worden. 

Hier nog een foto van beschoeiing die op de waterlijn zo goed als helemaal weggeroest is.

                         

 De Moezel stroomt vaak vlak langs het kanaal, hier met een mooi vergezicht op een dorpje en de heuvels daar achter.

Na 10 km kunnen we in Charmes water tanken. Ik ben blij dat ik niet afhankelijk ben van walstroom want het ligt daar behoorlijk vol en de haven is ook nog gecombineerd met een camper-overnachtingsplaats dus op de wal staat het vol met campers terwijl wij vaak alleen kunnen liggen. We varen dan ook snel weer door en meren aan tussen sluis 35 en 36 om te eten, lekker in de schaduw van een boom. Als we ruim een uur later langzamerhand in de zon komen te liggen gaan we verder, en komen een poosje later de Picaro tegen. Om 16.00 uur meren we aan beneden sluis 38, lekker in de schaduw van de bomen langs het kanaal.  

                           

Bij de paal op de voorgrond kun je met je afstandsbediening de sluis in werking stellen. Ik ga op de fiets eens op onderzoek uit waar we brood kunnen krijgen. We liggen bij een klein plaatsje, daar zijn geen winkels maar een kilometer verder, ter hoogte van sluis 39 is een Aldi. Die verkoopt echter geen stokbrood. Daarvoor moet ik in Bayon zijn aan de andere kant van de Moezel, ruim 2 km fietsen. Als ik weer terug ben ga ik zwemmen, het is mooi schoon water.  Ik spring vanaf de boot in het kanaal en vergeet dat ik de bril nog op heb; bril weg. Gelukkig heb ik nog een zonnebril op sterkte, zodat ik niet zo erg gehandicapt ben.

 

27-6  'S morgens ga ik eerst op de fiets brood halen in Bayon en ik heb spijt dat ik mijn fototoestel niet bij me heb. Op deze reis in Frankrijk had ik eigenlijk nooit zonder fototoestel op pad moeten gaan, want ik zie vaak zoveel mooie dingen die ik graag  op een foto had willen  vastleggen. Na het eten laat ik Twan altijd even uit. Hij wil nooit zo ver bij de boot weg omdat Martha niet meegaat. Na een poosje kijkt hij me meestal eens vragend aan, met een blik van; 'moet ik nog verder?' En als ik dan zeg; 'zullen we maar weer naar het vrouwtje gaan?' Maakt hij meteen rechtsomkeert. Als Twan ook gegeten heeft vertrekken we om 9.15. Om ongeveer 12.00 uur steken we via een aquaduct de Moezel nog eens over,

 

daarna komt direct een sluis en na de sluis meren we aan om te eten, we liggen hier nog net in de schaduw. Na een uur gaan we verder en een paar kilometer en sluizen verder komen we de "Traveler" tegen, 

ook een spits die ik ken van internet. We hebben even een kort maar leuk contact via de marifoon. Hier is hij te zien bij de pasage van een sluis in Frankrijk. Nog twee sluizen en we zijn van het Vogezenkanaal of "canal de l'Est branche Sud" af, daarna komen we op de Moezel. Ecluse 47 is de laatste kleine sluis, daarna is er een stukje industriegebied met staalindustrie en een boel grote binnenvaartschepen tegen de kant. De sluis die dan komt heeft andere lichten dan bij de sluizen die ik tot nog toe gehad heb. Hij heeft dubbel rood horizontaal, en dubbel rood betekent dat de sluis buiten werking is, maar op dit bord is ook dubbel rood vertikaal mogelijk.  Ik meen me te herinneren dat het zelfde systeem in Duitsland voorkomt en dat dat toch een beetje anders werkt. Ik heb daar een aantekening van gemaakt op een van de Duitse waterkaarten maar die heb ik nu niet bij me. (ik heb het net, thuis even nagekeken en dubbel rood horizontaal betekent dat de andere kant wordt bediend) Met de marifoon proberen we contact te krijgen met de sluis maar daar wordt niet op gereageerd, daarom varen we naar een Belgische schipper toe en vragen of hij weet wat er aan de hand is. Hij roept de sluis voor ons aan en dan horen we dat er een schip van de andere kant omhoog geschut wordt. Na ongeveer een kwartier kunnen we de sluis invaren. Hij is enorm (185 x 12) vergeleken bij de sluizen die we gewend waren. We zakken 7.10 m, dat is ook meer als in de paar honderd voorlaatste sluizen. De sluismeester komt onze afstandsbediening ophalen en vraagt of we ook door de volgende sluis willen en waar we willen overnachten. Bij Maron, 6 km verder is een aanlegplaats waar volgens de waterkaart winkels zijn dus daar willen we liggen. Als we daar aankomen blijkt het een aanlegsteiger te zijn waar maar één boot aan kan liggen en die ligt er al. We varen dus maar door in de hoop een plekje te vinden waar we kunnen liggen. Een kleine kilometer verder probeer ik het maar eens tegen de stalen damwand en dat lukt net.

                  

De boot ligt wel met de kiel op de grond en dat vind ik best een beetje griezelig omdat er hele grote schepen langs kunnen komen. Het is hier overigens prachtig en dat bij een temperatuur van 28 graden. 

 

 

28-6 Ik ben 's morgens vroeg weg nadat ik gegeten heb (oud brood) en Twan heb uitgelaten; 7 uur. Er zijn geen grote schepen langs gekomen op een rondvaartboot na en voordat er wel wat kwam wou ik weg wezen. Het is trouwens prachtig op het water zo vroeg. Het water is spiegelglad en er hangt een beetje een nevel, je waant je alleen op de wereld. Na een uur varen komen we bij een sluis met een verval van 7.20 m. Bij Toul krijgen we een speciaal kanaal voor de pleziervaart en wordt je aan het eind van het kanaal ook geschut in een sluis voor pleziervaart. Als we die sluis uitkomen zijn we weer op de Moezel en heb je een prachtig uitzicht op de Kathedraal van Toul

 

Kort daarna moeten we stuurboord uit en krijgen we weer kleine sluizen. Vanaf nu varen we ca. 20 km op het "Canal de la Marne au Rhin" of te wel het Marne-Rijnkanaal. Als we dit kanaal zouden volgen komen we weer bij Vitry-le-Francois uit, waar we 3 weken geleden langs gekomen zijn. Na 2 sluizen is er een ophaalbrug die automatisch gaat of op afstand bediend wordt, maar hij doet het niet. Na een poosje komt er een autootje van de vnf, met de "fluitende sluiswachter" van 3 jaar terug. (van de sluis na de tunnel van Foug) Hij bedient de brug en dan kunnen we doorvaren. Om 10.45 meren we aan in Toul op een plekje waar nog schaduw is. Ik ga naar de bakker voor stokbrood en daarna gaat Martha Toul in. Ze wil de Kathedraal bekijken en ik blijf aan boord met Twan. Later gaan we onder een boom zitten omdat de boot steeds meer in de zon komt te liggen. Als Martha om 12.30 terug is vertrekken we want er is geen ligplaats met schaduw meer in de haven. We krijgen eerst een sluizentrap van 11 sluizen en daarna de tunnel van Foug. (867 m) Dat gaat allemaal voorspoedig en om 16.30 meren we aan een eindje voor Pagny-sur-Meuse    

                          

in de schaduw, het is inmiddels 30 graden. (Bij Pagny-sur-Meuse ligt het vol en liggen ze later zelfs dubbel) Er drijven allemaal plantenresten in het water, maar het stroomt een beetje en wanneer er een schoon stukje water is ga ik zwemmen en de boot op de waterlijn schoonmaken. Even later komen er kort na elkaar twee geladen spitsen langs en dan is het gedaan met het zwemmen. Die woelen zoveel klei, zand en planten van de bodem op, dan is het water niet erg schoon meer. 'S avonds ga ik op de fiets de omgeving een beetje verkennen en vind ik ook een bakker waar ik morgenvroeg heen kan. 

 

29-6  We beginnen de dag rustig en vertrekken om 10.00 uur. Na een uur zijn we bij sluis 1 van Canal de la Meuse of Canal de l'Est branche Nord. Sluis 4 kunnen we zo invaren maar de deuren gaan niet dicht, dus roepen we de vnf op via een kastje dat bij de sluis hangt. Het is warm en om af te koelen spring ik in het water van de sluis tijdens het wachten. Ook nu hoeven we niet lang te wachten en kunnen we gauw verder. Voor de volgende sluis is een mooie aanlegplaats met bomen en picknickbankjes, dus daar meren we aan.  

We konden daar lekker in de schaduw van een boom zitten. Het is 30 graden maar er is een lekker windje, daardoor waaien er allemaal blaadjes voorbij waar Twan dan als een kat achteraan gaat. Op de foto is hij daar ook mee bezig. 'S avonds ga ik met de fiets op onderzoek uit waar brood te krijgen is. In Euville, 1,5 km verderop zijn geen winkels meer maar nog wel een "depot de pain" dat om 7 uur open is, dus daar moet ik morgenvroeg mijn geluk maar beproeven.

 

30-6  Eerst op de fiets naar Euville en ik ben daar om tien over zeven. Een vrouw is druk bezig kratten met stokbrood uit een autootje te laden, het "depot de pain" in. Het lijkt van buiten een gewone woning. Ik loop door een gang naar binnen en kom in een soort grote kamer waar een paar schragen staan, met daarop een multiplex plaat als toonbank. Langs de wanden staan nog wat kruideniersartikelen. De vrouw kijkt niet erg vriendelijk. Dat is misschien omdat ik zo vroeg ben maar het is inmiddels ruim na 7 uur. Ik krijg mijn stokbrood en daar gaat het mij uiteindelijk om. Na het eten en het wandelen met Twan vertrekken we om 8.45 en meren drie kwartier later aan bij Commercy. Daar hebben ze een mooie nieuwe aanlegplaats gemaakt, met water en elektriciteit en vlak bij de Aldi. Daar moeten we natuurlijk even wat inslaan. Bij het aanmeren worden we geholpen door een Frans stel, dat daar ligt met een grote platbodem. De man kijkt steeds achter bij het roer en vraagt of we twee schroeven hebben. Ik vind dat een beetje vreemde vraag bij een boot als de onze, maar later snap ik waarom hij dat vraagt. Toen we aankwamen varen had ik de boot stil gelegd en ben toen gaan draaien om andersom aan de steiger te kunnen liggen. Doordat er een balansdeel aan het roer zit (zie foto) draait de boot dan haast om zijn as en dat is denk ik wel bijzonder voor dit type boot. Dat zelfde kun je ook bereiken met twee schroeven. Dan laat je de ene schroef achteruit en de andere vooruit draaien. Later gaan we met zijn drieën Commercy in, onder andere om het paleis van Stanislas te bekijken. We willen hier niet overnachten dus gaan we om 12.30 verder en meren na 3 kwartier aan bij Sampigny om te eten.

                       

Het blijkt zo'n mooie plek dat we besluiten om hier wel te blijven liggen. Vandaag hebben we dus nog geen 15 km gevaren. Zo in de schaduw is het best uit te houden, het is 's middags 25 graden in de boot. Ik vind het onvoorstelbaar, maar ook hier liggen we (tot ons genoegen) alleen. Er is dan ook geen elektriciteit.  

 

'S avonds wandelen we Sampigny in. Het blijkt een mooi plaatsje maar er is geen bakker, wel een "bar tabac" waar je 's morgens vanaf 9 uur brood kunt krijgen. We zien daar ook deze bijzondere wasplaats.  

                              

 

1-7  We vertrekken om 8 uur nadat we hebben ontbeten met crackers en brood van de vorige dag. Na negen uur pas eten, dat red ik niet. Na ruim 2 uur zijn we bij St-Mihiel. Het ligt daar vol maar er vertrekken net 2 schepen dus ruimte genoeg om aan te meren. We gaan de stad in voor boodschappen en lopen ook even deze mooie kerk in, met daar naast een prachtig gebouw dat een bibliotheek schijnt te zijn.    

Nadat we water getankt hebben varen we verder en meren bij Lacroix-sur-Meuse aan om te eten. Als de boot stil ligt missen we de vaarwind en is het gelijk warm, daarom gaan we na het eten maar gauw verder. Om 14.45 vinden we een plek in de schaduw bij Troyon. 

                                 

Aan een paar meerpennen liggen we hier goed, maar wel met de kiel aan de grond. 'S avonds ga ik op onderzoek uit naar een bakker maar we moeten het morgen weer met brood van de vorige dag en/of met crackers doen. Ik vind wel deze kleine (privé?) wasplaats.

 

2-7  Om 8.15 uur zijn we vertrokken. Bij Dieue-sur-Meuse meren we tegen de middag aan, Twan is jarig, hij is twee geworden. Daarom willen we even naar de bakker voor gebak bij de koffie, voor Twan is er een bullepees. (niet van de bakker!) Het is een mooie aanlegplaats, maar in de zon en dus warm, daarom varen we direct maar weer door. Bij de laatste sluis voor Verdun komen we ook nog door een klein tunneltje, als ik die ook mee tel zijn we door 10 tunnels gekomen. In Verdun ligt het als gewoonlijk helemaal vol, het liggen en ook de stroom is daar gratis. Je ligt daar wel vol in de zon, dus varen we door en improviseren we net voorbij Verdun een mooie aanlegplaats in de schaduw van een paar grote bomen.      

                             

Ik lig wel weer met de kiel aan de grond maar het lukt net. Twan is een aantal dagen terug, per ongeluk een keer kopje onder geweest in het water, maar nu wil ik proberen of hij uit zich zelf het water in wil en dat lukt.

                             

Alles wat beweegt gaat hij achteraan, libelles en visjes. Zo koelt hij lekker af en ik ook als ik er ook in ga. Daarna even afdouchen op de boot dankzij de douchezak.

                    

Verdun is nog zo dichtbij dat ik op de fiets in 10 minuten bij een supermarkt ben voor boodschappen en de volgende morgen voor brood.

 

3-7  We vertrekken om 8.15 en in de loop van de morgen krijgen we ineens meer wolken en veel wind. We denken dat de warmte nu een beetje voorbij is en verwachten een zware onweersbui, daarom meren we om 12 uur aan bij Consenvoye, maar de zon komt er later weer door en het wordt weer warm. Op de waterkaart lijkt het of er diverse winkels zijn, maar er is zelfs geen bakker. 'S avonds ligt het hier helemaal vol en er is niet eens stroom. Er moet zelfs dubbel gelegen worden. Zulke drukke plaatsen zijn we niet gewend, maar gelukkig liggen wij achteraan met een vrij uitzicht naar achteren.

 

 4-7  We vertrekken om 9.00 uur. We hebben direct een sluis en deze heeft schuine kanten, dus moeilijk vastleggen. Gelukkig hebben ze drijvende steigers in de sluis gemaakt waar je aan vast kunt maken en zo ga je met de steiger omhoog, of in ons geval naar beneden. We zitten nu op een stuk waar de sluizen nog met de hand bediend worden en na het invaren help ik door ook een deur dicht te draaien, dan hoeft de sluiswachter niet helemaal om te lopen om dat te doen en het gaat sneller dus het is ook wel eigenbelang.

 

Om kwart voor twaalf gaat Martha vast op de kant bij de sluis in Dun-sur-Meuse. Hopelijk is ze nog op tijd bij de supermarkt voor een paar boodschappen en ook stokbrood natuurlijk. Gelukkig lukt dat net, dus eten we daar en gaan om 13.00 uur verder. Ruim twee uur later meren we aan bij Martincourt-sur-Meuse en je raad het al, in de schaduw van bomen.

 

                        

We zitten hier op een stuk kanaal en de Maas stroomt er vlak langs. Het halve dorp zit daar in of bij de Maas en later op de middag gaan wij er ook heen en ga ik daar met Twan zwemmen en zijn we daarna allebei weer opgefrist. Later op de avond komt over het pad tussen het kanaal en de weilanden een stuk of 10 koeien aanlopen. Ik verdenk mensen die er 's middags langs gekomen zijn van, dat ze een hek open hebben laten staan. Ik loop op ze af om ze terug te drijven en dat lukt, maar op een gegeven moment vinden ze een uitweg naar een niet omheind stuk land langs de Maas. Dan kan ik er verder ook niks meer aan doen en ga maar terug.

 

5-7  Na ontbijt en wandeling vertrekken we om 8.30. Na een paar kilometer komen we weer op de Maas en tot aan Mouzon blijft dat min of meer zo. Het is een prachtig stuk Frankrijk dat we doorvaren, maar dat is zowat elke dag zo. Om 11.45 meren we aan in Mouzon

en ik ga meteen naar de bakker voor brood in verband met een eventuele middagsluiting van de bakker. Het ligt aardig vol in de haven maar wij kunnen helemaal achteraan liggen, een plek met een mooi vrij uitzicht en Twan kan zo achter de boot het water in. Hij krijgt daar niet genoeg van daarom halen wij hem er na 1,5 uur maar uit. 'S avonds maken we een wandeling door Mouzon, het is niet groot maar ik vind het een van de mooiste plaatsen langs de Maas.  

                           

 

6-7  Toch gaan we verder en meren om 11.15 aan in de haven van Sedan. 

                        

We gaan de stad even in en na het eten gaan we verder. Na 10 km zijn we bij het Ardennenkanaal. Die zijn we op de heenweg opgevaren en vanaf nu zitten we dus op vaarwater dat we op de heenweg ook bevaren hebben. Om 16.00 uur meren we aan bij Lumes, waar nu ook maar één boot ligt.  

Het is de laatste dagen steeds een graad of 25, dus lekker zomerweer.

 

7-7   De bakker is met vakantie dus moeten we het weer met brood van de vorige dag of crackers doen. We vertrekken om 8.30 na een wandeling met Twan. Na 1,5 uur meren we aan bij Charleville-Mezieres om brood en wat andere boodschappen te kopen. Als we weer terug zijn bij de boot gaan we verder en meren om 15.15 aan bij Monthermé bij de zelfde picknickplaats waar we de vorige keer ook gelegen hebben. Daar is een aanlegplaats voor één boot en net daar zitten twee vissers. Verder is er geen fatsoenlijke aanlegplaats in de buurt. Ik vaar er recht op af maar ze doen net of hun neus bloed. Als ik er vlak bij ben maak ik ze duidelijk dat ze op een aanlegplaats zitten te vissen en gelukkig druipen ze af. Twan kan hier ook weer heerlijk zwemmen en ook ik duik de Maas in. Op onderstaande foto ligt Monthermé al gedeeltelijk in de schaduw van de heuvels er om heen, maar de toren staat nog in de zon.

                          

 

8-7  We vertrekken om 8 uur en meren 3 uur later aan in Revin. We liggen achteraan zodat Twan mooi op de kant en het water in kan. Martha gaat even brood halen, we eten daar en na het eten gaan we verder. Na Revin is er eerst een tunnel en daarna de sluis. De doorvaart door de tunnel wordt met lichten geregeld, je meld je met je afstandsbediening. Als ik op het knopje druk krijg ik direct rood/groen en snel daarna groen, ik kan zo doorvaren. Als we de tunnel zowat door zijn wil er van de andere kant een schip invaren. Ik roep tegen Martha dat ze de navigatielichten aan moet doen en ik gooi de boot in zijn achteruit. De andere boot heeft ons gezien, remt ook af en vaart achteruit. Als ik langs de boot de tunnel uit vaar steek ik mijn vinger op ten teken dat hij in het vervolg beter uit moet kijken, maar hij roept dat hij groen had. Meteen komt de sluiswachter naar buiten rennen en hij roept dat ik door rood gevaren ben, wat ik ten stelligste ontken. Uiteindelijk gaat hij naar binnen en weer door met zijn werk en ik verwacht dat we gelijk naar beneden kunnen schutten omdat er net drie schepen uit de sluis gekomen zijn. Maar het duurt erg lang en ik krijg het idee dat hij ons expres wil laten wachten. Martha wordt steeds kwader. De rook komt zowat uit haar oren en ze wil er in dat geval heen. Er komt weer allemaal Frans bij haar boven zegt ze. Er komen echter een paar schepen van de andere kant. De lichten bij de tunnel springen op een gegeven moment op dubbel rood en daarna gaan ze helemaal uit. Ik loop maar eens naar de sluiswachter toe en vraag of de zaak kapot is omdat de lichten helemaal uit zijn en omdat het bij ons ook niet goed ging. Hij beweert weer bij hoog en bij laag dat wij rood hadden, maar die zinloze discussie wil ik niet voeren, dus loop ik terug naar de boot en even later worden we geschut. Om 15.00 meren we aan bij Fumay.

Als we langs de aangemeerde schepen varen, worden we van de kant aangeroepen. Het blijkt de schipper van de Discovery te zijn, een schip uit Hoogeveen die ik twee jaar geleden ook al in Frankrijk ontmoet heb. Het is 32 graden dus Twan en ik gaan zwemmen en daarna ga ik Fumay in. Elke plaats in Frankrijk noemt zich zo'n beetje Ville Fleurie en dat proberen ze vaak ook waar te maken, ook hier in Fumay. Dat is gebouwd op een heuvel en heeft soms prachtige straatjes, zoals hier, waar je via een trap van het ene naar het andere straatje gaat.

                        

                          

'S avonds; Martha ligt al op bed en ik ben van plan om ook te gaan slapen, wordt er op het dak van de kajuit geslagen en een vrouw die duidelijk in paniek is roept of we kunnen helpen. Het blijkt van een boot te zijn een eind verderop, volgens mij zijn het Engelsen. Ze hebben een douche in de boot en als ze de pomp die het water wegpompt afzetten, stroomt het water terug in de bak onder het douchevlonder, en dat blijft maar doorstromen. Ze zijn bang dat de boot zinkt. De man is net aan het bellen, ook duidelijk in paniek en hij zegt dat er een loodgieter komt om het probleem op te lossen. Ik zie niet goed wat ik er aan kan doen, ik zie trouwens ook slecht zonder bril bij kunstlicht, dus nu voel ik mij wel gehandicapt zonder bril. De man bied mij een whisky aan want bier heeft hij niet, maar dat sla ik maar af en ik ga weer terug naar de boot, omdat ik toch niks kan doen en de loodgieter onderweg is. Die loodgieter blijkt even later de brandweer te zijn die met een paar wagens met zwaailichten de kade op komen rijden. Waarschijnlijk heeft de man 112 gebeld. Ik ben maar niet meer wezen kijken maar de volgende morgen dreef de boot nog.

 

9-7  Om 8.00 vertrekken we en omstreeks de middag meren we aan in Givet. Zo kan Twan even een rondje maken en kunnen wij eten. Na een half uur gaan we verder en komen we bij de laatste sluis in Frankrijk. We komen een vrachtschip en een paar boten tegen die net uit de sluis komen en ik verwacht direct de sluis in te kunnen varen, maar dat valt tegen. Het is druk en de sluis wordt al weer klaar gemaakt voor de andere kant. Als ze omhoog geschut zijn is er iemand die zo ontiegelijk lang nodig heeft om een vignet te kopen dat ik uiteindelijk de sluis maar invaar, vastleg en mijn afstandsbediening terug breng. De man kan blijkbaar geen keus maken. Gelukkig worden we daarna snel geschut en kunnen we verder. 

Is het geen schatje, onze Twan? 

Om 16.15 meren we aan in Anseremme, jammer genoeg kunnen we niet onder de bomen liggen (het is ruim 30 graden), daar ligt het vol, dus gaan we in de haven.

 

10-7  We vertrekken om 8 uur en moeten eerst een poos wachten voor de sluis. Er komt een vrachtschip van de andere kant. Na een uur zijn we door de sluis. De andere 6 sluizen gaan gelukkig vlotter, want anders zou je Namen niet halen in 1 dag. We meren in Namen nog even op de Sambre aan om boodschappen te doen en gaan daarna gauw weer verder. Het is daar warm en het water is een grote smeerboel, wat een troep. Om 15.30 meren we aan in Beez, en vanaf hier zal ik de tocht verder in mijn eentje af maken. Het is warm, 34 graden, maar na een poosje ga ik mij toch maar melden bij de havenmeester. Als ik over de dijk tussen de Maas en de haven naar de boot van de havenmeester loop, zie ik dat hij helemaal uitgebrand is. Ik schrik en hoop de havenmeesters nog aan te treffen, maar dan zie ik ze gelukkig zitten, bij een andere boot.

                       

Een week nadat wij in mei uit de haven vertrokken waren is waarschijnlijk door een gaslek brand ontstaan en is de boot uitgebrand, zij waren op dat moment niet aan boord maar twee katten en hun hond zijn door de brand wel om het leven gekomen. Ik vond hier en hier nog een paar krantenartikelen over hun uitgebrande schip. Kennelijk is hun dochter wat aan het organiseren om hun te helpen.

'S avonds komt er een onweersbui met een boel regen en daarna koelt het af tot 25 graden. Door de warmte heb ik zo weinig zin aan eten en koken dat ik dineer met pinda's, pastis, een appel en tomaten uit blik met daarin een beetje peper en zout.

 

11-7  Martha en Twan vertrekken in verband met de warmte al om ongeveer 6.15 met de auto, en ik gooi ruim een uur later de trossen los. Het is mooi zo vroeg op de Maas, nog een beetje nevelig.

 

                            

De sluizen werken niet mee vandaag, bij sluis d'Andenne-Seilles heb ik 3 kwartier nodig om er door te komen en om 12.00 uur kom ik bij sluis d'Ampsin Neuville. Daar liggen een paar jachten voor de sluis en als ik vraag wat er aan de hand is blijken ze daar al een poos te liggen omdat de sluis kapot is. Ze hebben daar hun twijfels over want als er een vrachtschip van de andere kant komt werkt hij ineens wel weer. Om 13.00 uur ben ik door de sluis en bij sluis d'Ivos-Ramet heb ik ook een uur nodig om aan de andere kant te komen. Tegen 18.00 uur meer ik aan tegen een (wat vervallen) steigertje net voorbij Luik en een paarhonderd meter achter het beeld van koning Albert. Al gauw komt er een man aanlopen en die zegt dat ik daar niet mag liggen, ik mag er de hele week liggen maar in het weekeend is het alleen voor clubleden. Aanmeren voor een consumptie in het clubhuis mag wel. Ik vind het wat kinderachtig want er ligt alleen in de verte een boot en aan deze steiger gaat verder toch niemand liggen want de bramenstruiken groeien er over heen, maar okay, ik ga wel. Achteraf ben ik dom geweest, want ik had gewoon 2 meter uit de kant voor anker moeten gaan. Aan de overkant van het water is kennelijk een groot muziekfestival en dat brengt me op het idee om eens in het logboek te kijken. Wat blijkt? Twee jaar geleden was ik daar op 13 juli, op een zondag net als nu. Toen was er ook een muziekfestival en heb ik overnacht aan die bewuste steiger, ook toen kwam er een man naar me toe, maar die zei dat ik wel wat verder naar achteren aan de steiger mocht liggen omdat die steiger  beter was. Toen zaten er trouwens heerlijke bramen aan dat bosje. Ik was inmiddels al een eind op weg en meer ruim een uur later aan in Bassin de Haccourt. Daar hoor ik op een Vlaamse zender de ondergang van Oranje in de finale van het WK. Het was vandaag 34 graden en ik zit nog lang buiten.

 

12-7  Ik ben vroeg wakker en vertrek om 6.15. Na sluis Lanaye, en dus weer terug in Nederland ga ik eerst even voor anker tegen de oever op recreatieplas Eijsden voor een kop thee. Na een half uur ga ik verder en meer om 9.45 aan, tussen de St. Servaas- en de Wilhelminabrug in Maastricht. Ik heb geen brood meer, en moet dus naar de winkel, ik kan dan meteen nog wat andere dingen inslaan. Als ik terugloop naar de boot kom ik langs een viskraam die op de markt bij het gemeentehuis staat. Daar koop ik een paar harinkjes. Dat zal goed smaken bij de  pilsjes die ik ook gekocht heb. Dit is een goede binnenkomer in Nederland. Na de boodschappen meer ik nog even aan bij de bunkerboot om diesel en water te tanken en daarna ga ik verder. Het is warm en benauwd. Als ik zowat bij het Julianakanaal ben kijk ik  achterom en zie donkere wolken achter mij. Ik overweeg om aan te meren bij sluis Borgharen, maar het lijkt er op dat de bui achter mij langs gaat trekken, dus ik vaar door. Als ik een paar kilometer het kanaal op gevaren ben begint het ineens ontzettend te waaien vanuit het zuiden en even later ook regen en onweer. Het is compleet noodweer, het zicht wordt heel slecht en ik schiet de kajuit in om de navigatieverlichting aan te doen en een T-shirt te pakken. Ik sta in mijn zwembroek en ben bang dat het gaat hagelen daarom duik ik nog maar een keer naar binnen voor een regenjack. Het water ligt al gauw bezaaid met afgewaaid blad en takken. Na verloop van tijd wordt het wat rustiger, droog, en om 12.30 klaart het weer op. Om 16.15 meer ik aan op plas Polderveld bij Heel. Na de bui is het wat koeler geworden, maar 's avonds om 10 uur nog steeds 24 graden.

 

13-7  Om 7.45 vertrek ik en na een half uur ben ik bij sluis Heel. Daar moet ik even wachten maar ik kan al snel mee, achter een groot binnenvaartschip de sluis in. De sluizen hier hebben drijvende bolders en ik lig vast op de "middenbolder". Als we beneden zijn en de deuren net open gaan vindt het schip voor mij het nodig even flink gas te geven met de schroef in zijn werk. De voorkant van de Aimée wordt van de kant geduwd, ik kan hem niet meer houden, haal het touw van de bolder en ga gauw naar het roer. Volgens mij ben ik drie keer om mijn as gedraaid daar achter in de sluis. (veilig varen doe je samen) De schipper keek even achterom en gelijk weer voor zich en deed net of zijn neus bloed. Bij Neer word ik ingehaald door de Henry Dunant.

Om 15.45 ga ik voor anker op het Leukermeer. Het is lekker weer, 26 graden, onderweg heb ik alleen twee buitjes gehad. Op het roer is wat alg aangegroeid en dat is kennelijk een lekkernij voor de kleine visjes. 

                          

Ik duik het water ook meer eens in en ga de boot op de waterlijn schoon maken.

 

14-7  Om 6.30 vertrek ik en na vier uur ben ik bij het Maas-Waalkanaal. Bij sluis Heumen, een sluis die open staat en waar de doorvaart geregeld wordt door lichten, zijn de lichten van slag. Bij het naar de sluis varen krijg ik twee keer groen en daarna weer rood, maar bij de tweede keer vaar ik maar door net als een binnenvaartschip dat ook door rood vaart. Na het Maas-Waalkanaal moet ik de Waal stroomop tot aan het Pannerdens kanaal, daarna gaat het weer stroomafwaarts en kom ik op de IJssel. Mijn kruissnelheid is niet zo hoog en bij de brugpijlers bij Nijmegen loopt mijn snelheid zowat terug tot nul. Als ik weer tussen de kribben kan varen gaat het gelukkig wat sneller. Als ik op het Pannerdens kanaal zowat bij de IJssel ben, zie ik de lucht steeds meer betrekken en omdat er zware buien voorspelt zijn lijkt het mij tijd om stoppen. Een paar kilometer de IJssel af is een plas waar ik eerder gelegen heb en die vaar ik op. Ik herken de plas niet meer, kennelijk is hij helemaal verandert. Ik ga voor anker en spring het water in, want het is weer warm en benauwd. De plas is behoorlijk diep heb ik gemerkt en ik vertrouw het weer en het anker niet. Ik heb alleen een touw aan het anker en als er een boel wind komt ben ik bang dat het anker het niet houd. Ik heb nog een eind dikke ketting en ik besluit om die tussen het touw en het anker te maken. Omstreeks 6 uur draait de wind ineens en begint het te waaien. Als ik naar de lucht kijk zie ik een rolwolk en weet meteen dat het heftig wordt. Ik trek mijn regenjas aan en start de motor. Het is inmiddels hard gaan waaien en regenen en de boot begint te gieren. Ik zit weggekropen achter de kajuit en probeer met behulp van de motor en het roer de boot met de kop in de wind te houden. Ik ben bang dat als de boot dwars op de wind ligt de boot zoveel wind vangt dat het anker begint te krabben en omdat de wind gedraaid is lig ik nu aan lager wal. Als de wind na verloop van tijd wat afgenomen is haal ik het anker op en vaar tussen de afgewaaide takken naar de andere kant van de plas. Daar ga ik voor anker in de luwte van de wal en de bomen die daar staan en zet de motor af. Nu kan ik naar binnen om me af te drogen en wat kleren aan te trekken, want het is behoorlijk afgekoeld en ik heb het koud gekregen in de regen. Bij een kop kippensoep en een boterham met kaas kom ik weer wat op verhaal. Later hoor ik dat er een weeralarm was afgegeven door het KNMI.

 

15-7  Ik ben weer vroeg en vertrek om 6.15. Even later zie ik waarom ik de plas niet herkende, de bewuste plas was een kleine kilometer verder. Stroomafwaarts en met een stevige wind op "de kont" gaat het snel en om 12.45 meer ik aan bij Wijhe om te eten. Na een half uur ga ik verder en via de Spooldersluis, Zwarte Water en Meppelerdiep kom ik op de Hoogeveensche vaart waar ik om 18.00 uur aanmeer bij de "Staphorster Grote Stouwe". Daar geniet ik 's avonds van een mooie zonsondergang. 

Een mooie foto om deze tocht mee te besluiten.

 

16-7  Om 7.15 vertrek ik en om 11.45 ben ik thuis, twee maand na vertrek.